Jaarstukken 2018

Programma 3 Participatie en Werkgelegenheid

Wat hebben wij daarvoor gedaan?

Het (naar vermogen) actief deelnemen aan de maatschappij
Bij het streven naar participatie voor allen past het streven naar een inclusieve arbeidsmarkt. Hierbij richten we ons op de volgende onderdelen:

  1. WerkgeversServicePunt Noord-Limburg
  2. Activiteiten Werkplein
  3. Social Return on Investment
  4. Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt

Op deze vier onderdelen hebben we het volgende gedaan:

1.   WerkgeversServicePunt Noord-Limburg
Afgelopen periode is er door het WerkgeversServicePunt Noord-Limburg (hierna: WSP) geïntensiveerd op de verbinding tussen de werkgeversdienstverlening en de werkzoekendendienstverlening: de recruitmentaanpak. Dit is een onderdeel van het Aanvalsplan Venlo Werkt. Daarnaast legt het WSP verbindingen met onderwijs, brancheverenigingen, sociale partners en andere betrokken organisaties om te komen tot publiek-private arrangementen met ondernemers.  Er zijn diverse arrangementen opgesteld samen met werkgevers waaronder bijvoorbeeld een opleidingstraject voor schilders in samenwerking met VOS en een arrangement tot opleiding basisdeclarant in samenwerking met logistieke bedrijven. Een ander voorbeeld is Albert Heijn. Albert Heijn zet zich in voor werkzoekenden met een indicatie banenafspraak door hen binnen de organisatie een betaalde baan aan te bieden. Daarbij biedt Albert Heijn aan om interne jobcoaching in te zetten in combinatie met een speciaal getrainde begeleider in de winkel zelf.
Naast deze arrangementen zijn er natuurlijk ook de individuele contacten met werkgevers. Voor de recruitmentaanpak en de arrangementen zijn voornamelijk derde geldstromen ingezet.

2.   Activiteiten Werkplein

Centraal in de aanpak en de activiteiten van het Werkplein staat het Aanvalsplan Venlo Werkt. U wordt tijdens de vaste P&C-momenten geïnformeerd over de voortgang. De monitoring maakt deel uit van de brede monitor Sociaal Domein. Hier noemen we de belangrijkste punten.
Projecten
In maart 2018 heeft de gemeente Venlo een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Rendiz en Rabobank Foundation. Deze samenwerkingsovereenkomst is gebaseerd op een Social Impact Bond, een nieuwe en innovatieve manier van financieren. De eerste werkzoekenden zijn inmiddels gestart met hun traject bij Rendiz. Alle deelnemers zijn gekoppeld aan een trajectbegeleider die de deelnemer intensief begeleidt.
Ook de aanpak voor statushouders en niet-westerse allochtonen vormen een onderdeel van de activiteiten van het Werkplein. Er is een interne aanpak ontwikkeld waarbij een aantal coaches zich specifiek met de doelgroep statushouders bezighoudt. We zien dat deze aanpak resultaat heeft, in 2018 is een uitstroom uit de bijstand van 23% gerealiseerd. Voor de financiering van deze projecten wordt voornamelijk gebruik gemaakt van derde geldstromen. Zo is er subsidie aangevraagd (en toegekend) bij de Provincie Limburg om grensoverschrijdende samenwerking te intensiveren.
In september 2018 zijn we tevens gestart met het project ‘Quintastics’ dat zich richt op de groep 50+. In dit project staat de vraag centraal: Hoe kan de arbeidsmarkt zo ingericht worden dat werknemers tot aan de pensioengerechtigde leeftijd productief kunnen zijn op de arbeidsmarkt?

Wsw en WAA
Vanaf 2015 is de WAA-organisatie in transitie. Deze transitie is door de gemeenten die samenwerken binnen de WAA (Venlo, Beesel en Bergen) in gang gezet vanwege de aangekondigde bezuinigingen op de Wsw-budgetten. De kern van de transitie is om van een Multi-MKB-onderneming met een veelheid aan eigen bedrijfsactiviteiten naar een sociaal duurzaam detacheringsbedrijf voor Wsw’ers te gaan. In 2018 zijn opnieuw belangrijke stappen gezet, onder andere door de vervreemding van de Kwekerij, de verkoop van de productielocaties aan de Edisonstraat en de verhuizing van de Edisonstraat naar het Werkplein Venlo. Formatief heeft de afbouw van de WAA ook in 2018 nog steeds doorgezet en is er eind 2018 sprake van bijna een halvering van het indirecte personeel in vergelijking met 6 jaar eerder. De kritische grenzen van wat de organisatie aankan, lijken daarmee bereikt te zijn.

Met betrekking tot het verloop van het regulier personeel in fte binnen de WAA is een dalende lijn ingezet. Over de jaren 2012 tot en met 2023 daalt deze van iets meer dan 100 in 2012 tot ongeveer 40 in 2023.

De grafiek laat het verloop van het regulier personeel in fte zien. Over de jaren 2012 tot en met 2023 is een dalende lijn te zien van iets meer dan 100 in 2012 tot ongeveer 40 in 2023.

Belangrijk ook is dat per 1 januari 2018 de opsplitsing van de doelgroep in medewerkers met hogere en lagere loonwaarde geformaliseerd is. Als gevolg daarvan vallen de Venlose Wsw-medewerkers met een loonwaarde tot 30% sinds 1 januari 2018 onder rechtstreekse verantwoordelijkheid van de gemeente Venlo en zit enkel het formele werkgeverschap nog bij de WAA. De gemeente Venlo heeft deze verantwoordelijkheid grotendeels via KanDoen georganiseerd en voorziet op die manier in een meer integrale benadering dat de betreffende medewerkers meer wijkgericht en leefomgeving-gebonden hun werk verrichten. In de gemeente Venlo gaat het om 226 beschutte Wsw-ers waarvan er 185 actief zijn binnen KanDoen. De overige medewerkers werken nog in ondersteunende diensten bij de WAA of bij de gemeente Venlo.

Gedurende 2018 is beleidsmatig doorontwikkeld op de transitie van de WAA. Er is gewerkt aan een businesscase gericht op het integraliseren van de gehele Venlose ketenaanpak rondom Werk, Inkomen en Participatie. Besluitvorming op deze businesscase heeft vertraging opgelopen en we verwachten nu deze businesscase eind 2019 ter besluitvorming voor te gaan leggen. Daarmee willen we een fundament leggen onder verdere integratie van de kennis, kunde en inzet van de verschillende schakels in de participatie- en re-integratieketens.

De financiële druk op de Wsw zelf blijft onveranderd groot, hoofdzakelijk als gevolg van de nog steeds verder dalende rijkssubsidie.

Het subsidietekort per SE over de periode 2010 tot en met 2023 neemt steeds meer toe over de jaren. In 2010 was dit nog -/- € 1.463 terwijl in 2023 dit zal oplopen naar -/- € 7.339. Dit als gevolg van harder stijgende loonkosten Wsw ten opzichte van de Rijkssubsidie Wsw.

De grafiek laat het subsidietekort per SE zien over de periode 2010 tot en met 2023. Dit tekort neemt toe over de jaren, de loonkosten Wsw stijgen harder dan de Rijkssubsidie Wsw.

KanDoen
Mensen met een ondersteuningsbehoefte op het gebied van werk en arbeidsmatige activiteiten kunnen terecht bij KanDoen. Deelnemers/medewerkers van KanDoen zijn voormalige WAA-medewerkers met een Wsw-indicatie en een loonwaarde tot maximaal 30%; medewerkers met een uitkering vanuit de Participatiewet; deelnemers die zijn verwezen door het Sociaal Wijkteam en anders naar een maatwerkvoorziening voor dagbesteding zouden gaan en deelnemers met een Wlz-indicatie. Zij worden begeleid door een team van professionals dat deskundige coaching op maat biedt, een team van medewerkers vanuit zorg- en participatieaanbieders, coaches van het Werkplein en coaches vanuit de WAA. Medewerkers/ deelnemers boeken sociale en maatschappelijke vooruitgang op meerdere leefdomeinen, stijgen op de participatieladder of zijn in staat om hun huidige niveau te behouden.

3.   Social Return on Investment
De gemeente Venlo heeft sinds 1 januari 2012 Social Return On Investment (hierna SRoI) als beleidsuitgangspunt bij de inkoop van werken, diensten en leveringen. Ook wordt bij het verstrekken van subsidies een sociale paragraaf opgenomen bij de verstuurde definitieve subsidiebeschikking. De gemeente heeft veelal een fors beïnvloedbaar inkoopvolume per jaar en daarmee ook een belangrijk middel om de participatie op de arbeidsmarkt te stimuleren.
Via SRoI zijn in 2018 109 werkzoekenden gestart op een werkervaringsplaats, zijn 24 werkzoekenden terecht gekomen in een reguliere baan en zijn 7 werkzoekenden via een Leerlingwerkplek aan de slag gegaan.
4.   Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
Kwetsbare jongeren
Leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs (vso), praktijkonderwijs (PrO) en entreeonderwijs blijken kwetsbaarder op de arbeidsmarkt en zijn veelal aangewezen op intensieve begeleiding en ondersteuning om aan het werk te komen en aan het werk te blijven. Het aan het werk krijgen en houden van doelgroep is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de 4 O’s: Ouders, Ondernemers, Onderwijs en Overheid. In de arbeidsmarktregio Noord-Limburg werken voortgezet speciaal onderwijs, praktijkonderwijs en entreeonderwijs, UWV en gemeenten intensief samen. Deze samenwerking is gestart onder het convenant Baanwijs. Het convenant is inmiddels afgelopen maar de samenwerking wordt voortgezet.

Door landelijke ontwikkelingen binnen het onderwijs, waaronder de entreeopleiding in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) komt het uitstroomperspectief van deze leerlingen richting het mbo en richting arbeid nog verder onder druk te staan. Een integrale benadering en een soepele overgang van school naar werk is hierdoor meer dan ooit van belang. Het programma Participatie en Werkgelegenheid in relatie met het programma Onderwijs en Jeugd maakt zich sterk voor een integrale en goed afgestemde uitvoering tussen ouders, onderwijs, ondernemers en overheid.
Een middel om tot deze soepele overgang te komen zijn de leerlingoverleggen. Hier wordt samen vanuit onderwijs en gemeente in opgetrokken om ervoor te zorgen dat de leerlingen in een doorlopende lijn vanuit school begeleid worden naar een vervolgplek. We zien dat bij een deel van de jongeren de arbeidstoeleiding moeizamer gaat, vanwege hun problematiek of hogere ondersteuningsbehoefte. Daarom heeft OG Buitengewoon sinds 2018 ingezet op een transitiecoach. De transitiecoach zet in op intensieve begeleiding en nazorg. Dit om te voorkomen dat de jongeren thuis komen te zitten en ze juist duurzaam te plaatsen. Door de extra en intensievere ondersteuning lukt het deze leerlingen om hun doel, een duurzame plek op de arbeidsmarkt, te bereiken.

Daarnaast is er in samenwerking met het team sportontwikkeling  een ontwikkeltraject voor kwetsbare jongeren met afstand tot de arbeidsmarkt opgezet (Team 12). De focus ligt op ontwikkeling van de deelnemer en vervolgens op doorstroom naar een externe stageplek en uitstroom richting een passende dagbesteding of een passende werkplek. Team 12 zorgt voor een doorgaande leerlijn en werkt nauw samen met haar ketenpartners. Participatie, persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van werknemersvaardigheden staan centraal met daarbij natuurlijk passende ondersteuning en begeleiding van deskundigen. Daarnaast stimuleren ze een gezonde en actieve leefstijl.
Servicepunt Leren en Werken
In Noord-Limburg is een Leerwerkloket actief. In 2018 is onder andere de samenwerking met het WSP verstrekt en is het Leerwerkloket betrokken bij de arrangementen van het WSP en het ontwikkelen van nieuwe arrangementen.

Laaggeletterdheid en volwasseneneducatie
In 2018 is de aanpak laaggeletterdheid geïntensiveerd en de samenwerking met de partners en de aanbieders van taaltrajecten verstevigd. Dit heeft geresulteerd in het opstellen en uitvoeren van een gezamenlijk werkplan voor 2018.
Daarnaast is zowel in- als extern de aandacht voor de gevolgen van lage taalvaardigheden gegroeid: meer risico op werkloosheid, armoede en schulden, gezondheidsproblemen en eenzaamheid. Dit zorgt voor een meer integrale aanpak en naar verwachting op termijn voor meer positieve effecten.
De vraag naar en het aanbod van verschillenden taaltrajecten sluit ook steeds beter op elkaar aan. De taalvraag van de burger en dus ook het beoogde doel van het taaltraject is zeer divers. In voorbereiding zijn duale trajecten taal op de werkvloer en taal bij opvoedingsondersteuning.    
Daarnaast is op het herkennen van laaggeletterdheid, het bespreekbaar maken en laaggeletterden op de juiste manier doorverwijzen binnen onze eigen organisatie extra ingezet. Zo hebben medewerkers van het team levenszaken een workshop gevolgd, verzorgd door de Stichting Lezen & Schrijven.
Onder meer tijdens de landelijke week van de alfabetisering/laaggeletterdheid zijn er samen met de partners van het Taalhuis en basisscholen een aantal acties georganiseerd om het taboe rondom laaggeletterdheid te verminderen en het belang van lezen en voorlezen te promoten.           

Het naar vermogen voorzien in eigen inkomen
In 2018 hebben we een daling van het bijstandsvolume weten te realiseren die groter is dan verwacht op basis van de scenario's in het aanvalsplan.

Het bijstandsvolume in 2018 daalt van ongeveer 3.200 tot ongeveer 3.000. Deze daling is groter dan verwacht op basis van de scenario's die in het aanvalsplan zijn opgenomen.

De grafiek laat zien dat het bijstandsvolume in 2018 is gedaald van ongeveer 3.200 tot ongeveer 3.000. Deze daling is groter dan verwacht op basis van de scenario's die in het aanvalsplan geschetst zijn.
De ontwikkeling van het volume is niet de enige factor die een rol speelt bij deze verwachting. Ook het aantal mensen met parttime inkomsten speelt een rol. De flexibilisering op de arbeidsmarkt zorgt er voor dat de werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt steeds vaker uit parttime en tijdelijk werk bestaat. Een groeiende groep heeft bijstand als aanvulling op onregelmatige en lage inkomsten. We zien dat in Venlo relatief veel bijstandsgerechtigden een aanvullende uitkering bovenop hun inkomen nodig hebben.

In oktober 2018 bleek dat het definitieve BUIG budget voor 2018 fors hoger is dan verwacht. Voornamelijk door het gedaalde bijstandsvolume hebben een overschot op het BUIG budget gerealiseerd. In 2019 krijgen we te maken met een lager BUIG budget. Er wordt vol ingezet op uitstroom uit de uitkering om deze dalende trend in stand te houden en zo ook in 2019 binnen het BUIG budget te kunnen blijven.

Daarnaast is er het Venlose armoedebeleid dat bestaat uit wettelijke regelingen voor inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en een aantal extra Venlose regelingen. Deze zijn het gemeentelijk vangnet op het gebied van inkomensondersteuning. Het armoedebeleid en schuldhulpverlening zijn erop gericht om armoede te bestrijden en te voorkomen. Hierdoor wordt meedoen in de samenleving makkelijker.

In 2018 is samen met het maatschappelijk middenveld het armoedebeleid 2015 – 2018 geëvalueerd. Er is nieuw armoedebeleid gerealiseerd, mede op basis van de evaluatie en in cocreatie met het maatschappelijk middenveld, dat vanaf 2019 richtinggevend is. Het nieuwe armoedebeleid is een integraal beleidsplan waarin tevens schuldhulpverlening is verwerkt.